Ik moet iets bekennen: ik ken het Wilhelmus niet uit mijn hoofd. Als het aan het toekomstige kabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie ligt komen gevallen zoals ik voortaan niet meer voor. Deze coalitie wil namelijk dat leerlingen verplicht les krijgen over het Wilhelmus en de grondwet, zo bleek uit plannen die twee weken geleden uitlekten. Aan slavernij en koloniale geschiedenis hoeft volgens de partijen niet meer aandacht geschonken te worden, hoewel D66 daar wel voor pleitte.

Symboolpolitiek

Het is mijn inziens symboolpolitiek, die de plank volledig misslaat. Wil het kabinet soms dat leerlingen net als in de Verenigde Staten het volkslied zingen voordat zij de school binnen mogen? En denkt het soms dat verplichte kost over het Wilhelmus en de grondwet meer betrokken en bravere burgers oplevert? Als dat het geval is vrees ik dat de dappere pogingen een averechts effect zullen hebben. Wanneer zij saaie onderwerpen door de strot geduwd krijgen zullen leerlingen niet meer plezier krijgen in de vaderlandse geschiedenis, eerder minder.

Belangrijker is echter dat de plannen van het toekomstige kabinet de indruk wekt dat het slavernij en kolonialisme niet belangrijk vindt, doordat het meer aandacht voor deze onderwerpen niet nodig acht. Daarmee doet het in mijn ogen een grote groep mensen in de samenleving tekort, door hun verleden ondergeschikt te maken aan de vaderlandse geschiedenis. Dat lijkt mij geen goede ontwikkeling voor een land dat nog niet al te lang geleden een ‘participatiesamenleving’ wilde, waarin iedereen meedoet.

Op den duur kan het uitsluiten van mensen uit de geschiedenis grote problemen tot gevolg hebben. Het kan namelijk leiden tot weerstand, verzet en polarisatie. Denk bijvoorbeeld aan de treinkaping bij De Punt in 1977. Jarenlang waren de Zuid-Molukkers weggestopt in voormalige concentratiekampen, die verzachtend ‘woonoorden’ werden genoemd. Zij werden aan het lijntje gehouden, doordat de Nederlandse regering beloftes aan hen niet inloste. Dit leidde tot ontevredenheid onder jonge Molukkers, die vervolgens overgingen tot radicale acties.

Slavernij monument Oosterpark Amsterdam

Aansluiten bij debat

De kabinetsplannen sluiten bovendien niet aan op de historische praktijk en debatten die in de samenleving gevoerd worden. Natuurlijk, enerzijds is er een tendens tot populisme en nationalisme, waarin deze plannen wel degelijk lijken te passen. Maar anderzijds worden er ook debatten gevoerd over racisme en discriminatie van bepaalde groepen in de samenleving. Historici leveren daaraan een belangrijke bijdrage. Zij voorzien de debatten van historische context en duiding. Een goed voorbeeld is het project Mapping slavery, dat door middel van interactieve kaarten het Nederlandse slavernijverleden in beeld brengt.

Eerder schreef ik al eens dat het belangrijk is dat musea aandacht durven te schenken aan zwarte bladzijden in de geschiedenis:

Door een standpunt in te nemen en controversiële onderwerpen aan te snijden worden mensen geraakt, of dat nou op een positieve of negatieve manier is. Bovendien zet het aan het denken, in plaats van dat musea hen vertellen hoe de wereld in elkaar zit. Er is niet één waarheid, maar er zijn vele perspectieven mogelijk. Door debatten aan te zwengelen zullen musea in de toekomst (opnieuw) een centrale functie kunnen vervullen in de samenleving.

Ook het geschiedenisonderwijs kan een belangrijke bijdrage leveren aan debatten in de samenleving. Geschiedenis ís debat en ik denk dat docenten bij uitstek geschikt zijn om gevoelige onderwerpen bespreekbaar te maken. Geef leerlingen informatie over allerlei gebeurtenissen in het verleden, en laat ze daarover nadenken en met elkaar in gesprek gaan. Juist dan worden zij zelfstandig denkende, kritische en betrokken burgers, ongeacht of ze nu wel of niet het Wilhelmus uit hun hoofd kennen.

Share