Een tijdje terug las ik op de website van het Historisch Centrum Leeuwarden dat ene Albert Pasma er een lezing zou geven over “het winkelen, wonen en uitgaan op de Nieuwestad in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw.” De Nieuwestad kan gezien worden als de Kalverstraat van Leeuwarden en ik dacht dat de lezing misschien zou aansluiten bij mijn eigen onderzoek naar Hirsch & Cie, omdat het ook over consumptiegeschiedenis ging. Helaas was dat niet het geval. De ‘lezing’ bleek een soort diavoorstelling te zijn, waarbij Pasma in het ‘Liwwadders’ (zoals het Leeuwarders in het eigen dialect genoemd wordt) vertelde welke winkels waar gevestigd waren. Het verhaal was slechts interessant voor geboren Leeuwarders van middelbare leeftijd, die zelf opgegroeid waren in de decennia na de Tweede Wereldoorlog en de winkels uit hun jeugd herkenden op de foto’s die Pasma vertoonde.

De zaal zat weliswaar vol, maar dat is in mijn ogen geen bewijs dat de lezing ook daadwerkelijk toegankelijk was voor een groot publiek. Dat is volgens mij pas het geval wanneer het verhaal interessant is voor alle aanwezigen. Het doel moet dan ook niet alleen zijn mensen te informeren over een bepaald onderwerp, aangevuld met foto’s, maar die informatie ook in zijn specifieke historische context te plaatsen en het onderwerp daarmee breder te trekken. Waar mogelijk kunnen zelfs parallellen getrokken worden naar het heden, waardoor de invloed van het verleden op de huidige tijd duidelijk wordt en mensen anders naar hun eigen omgeving gaan kijken. Een succesvolle lezing vertoont in mijn optiek veel overeenkomsten met een rondleiding. Dit is mijn persoonlijk aanpak, waarvan ik bijvoorbeeld gebruik maakte bij mijn lezing in het GR-ID:

Doelgroep bepalen.

Voordat ik begin met de voorbereiding van een lezing wil ik weten voor wie het verhaal bedoeld is. Spreek ik voor een publiek van algemeen geïnteresseerden of weten de luisteraars al veel van het onderwerp af? Niets is vervelender dan een lezing waarin niets nieuws wordt verteld of die juist niet begrepen wordt door het publiek. Het is ook van belang om de doelgroep te vermelden in de aankondiging van de lezing. Het is niet erg wanneer je je richt op een specifieke doelgroep, bijvoorbeeld Leeuwarders van middelbare leeftijd, maar het is wel handig wanneer dat duidelijk is voor iedereen om teleurgestelde bezoekers te voorkomen.

Hou het overzichtelijk

Net als bij een rondleiding is het bij een lezing belangrijk om een duidelijk verhaal te vertellen, dat iedereen begrijpt en waarbij de luisteraars niet afhaken. Daarom volg ik heldere chronologische lijnen, vermijd ik vaktermen waar dat kan en probeer ik niet te verzanden in talloze details die voor het grote publiek minder interessant zijn.

PowerPoint, Prezi of een ander presentatieprogramma

Voorafgaand aan de lezing maak ik een PowerPoint-presentatie. Je kan natuurlijk ook een ander presentatieprogramma, zoals Prezi, gebruiken – dat is geheel afhankelijk van wat je zelf gewend bent en wat je prettig vindt om mee te werken. Wat je ook kiest, het is belangrijk dat de presentatie er goed verzorgd uitziet. Ik verwerk niet teveel tekst in de presentatie, omdat het lezen daarvan alleen maar zou afleiden van het luisteren naar de lezing. Alleen essentiële opsommingen en citaten schrijf ik op.

Aanvullen met mooie afbeeldingen

In de presentatie maak ik vooral gebruik van mooie afbeeldingen met een hoge resolutie. Die zijn onmisbaar om een levendig beeld te scheppen van het verleden, zeker wanneer het zoals in mijn geval gaat over mode en kunst. Het moet echter geen diavoorstelling worden. Het heeft in mijn ogen geen zin om alleen maar foto’s te tonen en daar een verhaal bij te vertellen, maar de afbeeldingen moeten juist aansluiten bij het verhaal. Alleen dan zijn de afbeeldingen van grote toegevoegde waarde.

Plaats het onderwerp in de historische context

Het belang van een onderwerp komt pas naar voren wanneer het is ingebed in een bredere historische en culturele context. Dan wordt duidelijk waarom het onderwerp bijzonder was en op welke wijze het paste in of juist verschilde van de wereld eromheen. Door het onderwerp van de lezing te vergelijken met vergelijkbare instituties of ontwikkelingen krijgt het publiek een beter begrip van het verleden én van de rol van het specifieke onderwerp daarin.

Sluit aan bij de beleefwereld van het publiek

Tijdens de lezing probeer ik aan te sluiten bij de beleefwereld van het publiek. Ik tracht interactie op gang te brengen door vragen te stellen, om zo nog meer te weten te komen over de kennis en achtergrond van de toeschouwers. Wellicht kan ik die informatie later nog verwerken in de lezing. Waar mogelijk probeer ik herkenbare voorbeelden te geven, bijvoorbeeld uit eigen omgeving. Zelfs een op het eerste gezicht Amsterdams onderwerp als Hirsch & Cie heeft een link met Groningen, Friesland en Twente! Tenslotte maak ik het verhaal persoonlijker, door aansprekende anekdotes te vertellen. Op deze manier wil ik ervoor zorgen dat het publiek zich gaat identificeren met de geschiedenis of juist laten zien dat het er vroeger totaal anders aan toe ging dan tegenwoordig.

Bent u nieuwsgierig geworden en wilt u mij boeken voor een lezing? Dat kan! Neem geheel vrijblijvend contact met mij op om te informeren naar de mogelijkheden.

Share