Tentoonstelling Slow Fashion in Huis van Gijn, Dordrecht

Duurzame mode oftewel slow fashion is al een tijdje een actueel onderwerp. Klimaatverandering, rampen als die in Rana Plaza en documentaires als The true cost dragen bij aan meer bewustwording over de vervuilende en uitbuitende kledingindustrie. Kleding is een wegwerpproduct geworden en het is duidelijk dat er iets moet veranderen aan de fast fashionindustrie. Gelukkig komen er steeds meer duurzame (en betaalbare) alternatieven voor fast fashion. Er worden bijvoorbeeld steeds meer soorten duurzame stoffen geproduceerd, er komen meer duurzame modemerken en -winkels en vintage kleding is ontzettend hip.

Modecollectie voor het eerst in vijftig jaar weer te zien

Maar wie denkt dat duurzame mode alleen iets is van de laatste tijd, heeft het mis. Voor het tijdperk van de ‘fast fashion’, waarin kleding een wegwerpproduct is geworden, was het aanschaffen van nieuwe kleding kostbaar. Japonnen, mantels en jakken werden dan ook volop aangepast aan de laatste mode, doorgegeven aan bijvoorbeeld dienstmeiden en hergebruikt als verkleedkleren. Dat wordt duidelijk in de tentoonstelling Slow fashion in het Dordrechts Museum en het Huis van Gijn.

Dankzij deze tentoonstelling is de modecollectie van de Dordtse musea voor het eerst sinds vijftig jaar (!) weer te zien voor publiek. Al die tijd waren de kledingstukken zorgvuldig opgeborgen in het depot. Zeer duurzaam, dat wel, maar deze kledingstukken verdienen het om gezien te worden.

Huis van Gijn Dordrecht

In het Dordrechts Museum ligt de nadruk op de chronologische ontwikkeling van de mode vanaf het einde van de achttiende tot het begin van de twintigste eeuw. In het Huis van Gijn – het voormalige woonhuis van zakenman, jurist en verzamelaar Simon van Gijn (1836-1922) – zijn de kledingstukken te zien in de context van een negentiende-eeuws interieur. Misschien werden enkele kledingstukken zelfs wel daadwerkelijk gedragen tijdens een diner of bal in deze woning?

Kleding vermaken en hergebruiken

Op beide locaties wordt aandacht besteed aan de wijze waarop kleding werd gekoesterd, gerepareerd, aangepast, hergebruikt en bewaard. Zo was er een japon te zien die door een mevrouw werd gedragen tijdens haar bruidsdagen in 1766. Toen de japon eind negentiende eeuw uit de mode raakte kreeg de japon een tweede leven. Uit het overkleed werd een nieuw lijfje gemaakt en de oude onderrok werd hergebruikt.

Tentoonstelling geschiedenis duurzame mode in Dordrechts Museum en Huis van Gijn

Een redingote (lange mantel) uit 1825-1930 was ingekort, waarschijnlijk om hem aan te passen aan de lengte van een andere draagster. Ook een bruidsjapon uit 1915 was ingekort ‘tot normale lengte’, zodat de eigenaresse – een domineesvrouw – hem vaker kon dragen. Oudere dames hoefden zich niet meer volgens de laatste mode te kleden en konden kledingstukken daardoor lange tijd blijven dragen. Zo is de japon die ene mevrouw Staring-Blussé op 57-jarige leeftijd droeg tijdens de bruiloft van haar dochter weliswaar chic en representatief, maar niet erg modieus. Rond 1910 zijn de mouwen en het kant vervangen, zodat de japon langer mee kon.

Overtrek voor een chaise longue

Niet alleen werden kledingstukken vermaakt, zodat zij langer konden worden gedragen. Kledingstukken werden soms simpelweg zorgvuldig opgeborgen, zoals de namiddagjapon uit 1875 van Geertruida Johanna Sophia, barones van Lynden. Daardoor verkeert de japon nog altijd in zeer goede staat – ook dat is duurzaam! Ook bleven kledingstukken bewaard omdat zij in de verkleedkist belandden. In Huis van Gijn is bijvoorbeeld een matrozenpakje te zien, dat nog gedragen is door de Dordtse schrijfster Top Naeff, die onder andere bekend is van het boek School-idyllen.

Matrozenpakje Top Naeff - Huis van Gijn

Andere kledingstukken kregen een nieuw leven, doordat er iets anders van werd gemaakt. Zo zijn de gewatteerde en doorgestikte rokken die oorspronkelijk bij sitsen jakken hoorden vaak bewaard gebleven doordat er bijvoorbeeld warme dekens van werden gemaakt. Van de onderrok van een redingote van met goudverf beschilderd katoen werd een overtrek voor een chaise longue gemaakt.

Jurk van PET-flessen

Uiteraard wordt ook de link met de actualiteit gelegd in de tentoonstelling, nu duurzame mode weer volop in de belangstelling staat. In het Dordrechts Museum is ruimte voor duurzame kledingstukken van hedendaagse ontwerpers. Eén daarvan is een assymetrische jurk van Monique Collignon, die als eerste ontwerper ter wereld gerecyclede stoffen in haute couture verwerkt. De jurk is gemaakt van gerecyclede PET-flessen (maar voelt aan als zijde), waardoor maar liefst 70% minder energie en 86% minder water is gebruikt bij de productie ervan. Dat is de toekomst van slow fashion.

De tentoonstelling Slow fashion is nog tot en met 13 april 2020 te zien in het Dordrechts Museum en Huis van Gijn.

Slow Fashion Dordrecht
Share