Nationale feestrok in het Groninger Museum

Meer dan dertig Groninger bevrijdingsrokken zijn momenteel te bewonderen in de tentoonstelling ‘En tóch staat de Martini’ in het Groninger Museum, over 75 jaar bevrijding in Groningen. Hoewel ik eerder wel bevrijdingsrokken had gezien in musea, maakte de grote hoeveelheid rokken nu pas echt duidelijk dat iedere rok volstrekt uniek was.

Ieder lapje en borduursel had een persoonlijke betekenis. De één had initialen op de rok geborduurd, de ander data van de bevrijding van het dorp waar zij woonde, weer een ander had de Canadese mapleleaf uit stof geknipt en op de rok genaaid. Sommige rokken hadden een registratiestempel, andere rokken waren niet geregistreerd. Ook had iemand een citaat van koningin Juliana op de tailleband van haar rok geborduurd: ‘Wie ben ik, dat ik dit dan mag?’

Tegelijkertijd was er ook sprake van eenheid in de rokken, doordat de bevrijdingsrokken moesten voldoen aan bepaalde richtlijnen. Zo moest de zoom uit effen driehoeken bestaan, met aan de voorkant in het midden de datum van de eerste viering van Bevrijdingsdag in 1946 (hoewel er ook rokken zijn met de datum 5 mei 1945). Ook de patchworkstijl en de geborduurde data maken de rokken zeer herkenbaar als bevrijdingsrok.

Bevrijdingsrokken Groningen

Een dasje van lappen

De bevrijdingsrok of ‘nationale feestrok’ was een initiatief van Mies Boissevain-van Lennep. Samen met een groot deel van haar gezin was zij actief in het verzet. De Sicherheitsdienst ontdekte dit en deed op 2 augustus 1943 een inval in het huis van Mies en haar echtgenoot aan de Corellistraat 6 in Amsterdam. Op dat moment lagen daar explosieven in de kelder. Jan was al eerder gearresteerde vanwege illegale activiteiten, en nu werd ook Mies meegenomen naar de gevangenis aan de Amstelveenseweg. Vervolgens werd zij overgebracht naar kamp Vught, waar haar echtgenoot en jongste zoon ook gevangen zaten. Na de ontruiming van dit kamp in september 1944 belandde Boissevain-van Lennep in Ravensbrück, een concentratiekamp voor vrouwen.

Tijdens haar gevangenschap kreeg Boissevain een dasje toegestuurd, dat door haar vriendin Willemijn Posthumus-van der Goot was gemaakt van allerlei persoonlijke oude lapjes. Dit vormde de inspiratiebron voor de latere nationale feestrok of bevrijdingsrok. In aanloop naar de viering van de eerste Bevrijdingsdag in 1946 opperde Boissevain het idee om vrouwen feestrokken te laten maken van oude lapjes. Textiel was nog op de bon, maar oude lapjes had iedereen wel. Bovendien zouden de lapjes symbool staan voor eenheid in verscheidenheid en wederopbouw, doordat van iets ouds iets nieuws werd gemaakt.

De rok was ook een symbool van harmonie, saamhorigheid, samenwerking, vernieuwing en de rol van vrouwen bij de wederopbouw. Volgens Boissevain zouden vrouwen namelijk op politiek en huiselijk vlak een belangrijke rol spelen. Vrouwen zouden het goede en mooie brengen, en dingen die kapot waren weer herstellen tot een sterk geheel.

Er werd een speciaal lied geschreven en de rokken konden worden geregistreerd bij het Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (het huidige Atria, kennisinstituut voor gendergelijkheid en vrouwengeschiedenis). Uiteindelijk werden zo’n vierduizend bevrijdingsrokken geregistreerd.

Bevrijdingsrokken tentoonstelling 'En tóch staat de Martini'

Levensrok?

Het was de bedoeling dat de rokken werden gedragen op feestdagen en belangrijke persoonlijke gebeurtenissen. De data hiervan konden vervolgens weer in de rokken verwerkt worden. Op deze wijze zouden de rokken het levensverhaal van de draagster gaan vertellen, zo was het idee. Mies Boissevain-van Lennep prefereerde zelf dan ook de term ‘levensrok’.

De bevrijdingsrokken werden echter niet lang in groten getale bij openbare gelegenheden gedragen. Het hoogtepunt vormde de viering van het vijftigjarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina op 2 september 1948. Toen liepen honderden vrouwen in feestrok over het Binnenhof. Daarna vonden geen grote rokkenmanifestaties meer plaats. Wel waren er vrouwen die de rok bleven dragen, getuige de geborduurde data.

Meer lezen en zien?

Share