Vlak voordat de lockdown begon en de musea de deuren wéér moesten sluiten als gevolg van de coronamaatregelen, bezocht ik de tentoonstelling ‘Roaring Twenties’ in Museum Kranenburgh in Bergen.

The Roaring Twenties, Museum Kranenburgh Bergen

Turbulent decennium

Honderd jaar geleden waren de jaren twintig een turbulent decennium, waarin veel veranderde. Vlak na de Eerste Wereldoorlog kregen mensen te maken met de pandemie van de Spaanse griep, hyperinflatie in Duitsland, een nieuwe Europese staatsindeling, jonge democratieën en het communisme in Rusland. Aan het einde van het decennium vond een grote beurskrach op Wallstreet plaats, die het begin markeerde van de crisisjaren in de jaren dertig. Ondertussen kwamen nieuwe culturele stromingen op, danste men er op los en maakte de beperkende kleding van voor de Eerste Wereldoorlog plaats voor een losser, androgyner silhouet en meer vrijheid. Traditionele gendernormen kwamen ter discussie te staan en mode werd meer en meer een middel om de eigen identiteit te tonen.

Nu lijken de jaren twintig opnieuw een woelig decennium te worden, net als honderd jaar geleden. Opnieuw hebben we te maken met een pandemie, maar ook andere ontwikkelingen stellen ons voor een uitdaging. Zo neemt de kloof tussen arm en rijk toe, lijkt er steeds meer sprake te zijn van polarisatie in de samenleving, zijn woningen niet of nauwelijks betaalbaar voor starters en verandert het klimaat in rap tempo. En net als honderd jaar geleden zijn thema’s als gender, gelijkheid en vrijheid van het lichaam nog altijd actueel.

Kees Maks, Automne (gezelschap in tuin)

Automne (gezelschap in tuin)

Meer dan zestig hedendaagse en historische kunstenaars tonen in Museum Kranenburgh de tijdsgeest van de jaren twintig, honderd jaar geleden én nu. Er is werk te zien van onder andere Charley Toorop, Erik van Lieshout, MAISON the FAUX, Anne Wenzel, Else Berg, Gerrit Rietveld, Studio Ninamounah, Alvar Aalto, Piet Zwart en Das Leben am Haverkamp.

Persoonlijk werd mijn aandacht onmiddellijk getrokken door het schilderij ‘Automne (gezelschap in tuin)’ van de Nederlandse kunstenaar Kees Maks (1876 – 1967). Een dergelijk tuingezelschap is kenmerkend voor het oeuvre van Maks, die een voorkeur had voor taferelen uit het mondaine leven zoals tuinfeesten, het circus en dansparen. Dat waren tot dan toe onbekende thema’s in de Nederlandse kunst en het moderne karakter van Maks’ werk zorgde dan ook voor ophef. Tegelijkertijd maakten de levenslustige onderwerpen, de frivole manier van schilderen en de gedurfde, robuuste opzet van zijn werken ook indruk op de toeschouwers.

Hirsch & Cie Amsterdam

Maks vervaardigde ‘Automne’ al voor de jaren twintig, maar toch ademt het schilderij de mondaine en ontspannen sfeer van de jaren 1920. Dat was echter niet de voornaamste reden dat ik geïnteresseerd was in het werk. Dat was namelijk de kleding van de personages op het schilderij, omdat er een verband bestaat tussen Kees Maks en Hirsch & Cie Amsterdam. De kunstenaar was namelijk getrouwd met Cécile Maks-Boas, die couturière was bij Hirsch. In 1978 vertelde zij aan Het Parool dat zij Kees Maks ontmoette in café-restaurant Trianon, dat was gevestigd op de begane grond van het Hirschgebouw: ‘Toen we elkaar ontmoetten was hij 43, ik 27. Hij had al heel wat vriendinnetjes achter de rug, hij zocht eigenlijk een beetje rust.’[1]

Details Automne van Kees Maks

Tijdens hun huwelijk bleef Maks-Boas werkzaam als couturière. Met haar salaris onderhield zij haar echtgenoot, wiens erfenis van zijn vader onvoldoende was om zijn overvloedige kunstenaarsleven te bekostigen.[2] Daarnaast voorzag zij de kunstenaar van modellen. De mensen op de tuintaferelen waren namelijk geen bestaande gezelschappen, maar waren zorgvuldig door Maks neergezet. Ook koos de kunstenaar zelf de kleding van de modellen. Daarvoor ging hij naar zijn echtgenote bij Hirsch, waar hij hoeden en modellen kocht.[3]

Kleding op Automne

Of de modellen op ‘Automne (gezelschap in tuin)’ ook kleding van Hirsch dragen, is moeilijk te toetsen. Daarvoor is de kleding te weinig gedetailleerd geschilderd, waardoor deze niet kan worden vergeleken met kledingstukken, modefoto’s of advertentiemateriaal van Hirsch uit dezelfde periode. Ook zijn geen rekeningen van Hirsch & Cie aan Maks bekend, die zouden kunnen wijzen op de aankoop van kleding in de periode voor de vervaardiging van dit schilderij. Dat er een verband is tussen Maks en Hirsch & Cie is in ieder geval duidelijk, gezien Maks’ huwelijk met een couturière van het modehuis.

De tentoonstelling ‘The Roaring Twenties’ is nog te zien tot en met 10 april 2022 in Museum Kranenburgh in Bergen.

Meer weten?

Wilt u meer weten over het Amsterdamse modehuis Hirsch & Cie? Lees dan mijn boek over de geschiedenis van dit modehuis, dat is verschenen bij Uitgeverij Verloren.

Bestel hier het boek ‘Hirsch & Cie Amsterdam (1882-1976)’

[1] ‘Naar Carré voor het circus, altijd met ‘t schetsboekje…’, Het Parool, 25 maart 1978.

[2] Maarten Jager e.a., Kees Maks. Schilder van het mondaine leven 1876-1967 (Rotterdam en Zwolle 2001) 24.

[3] Hans Redeker en Adriaan Venema, C.J. Maks 1876-1967 (Amsterdam 1976) 10.

Share