Gisteren was het precies 77 jaar geleden dat (toen nog) prinses Juliana in het huwelijksbootje stapte met Bernhard van Lippe-Biesterfeld. Zij deed dat in een bruidsjurk van het Haagse modehuis Kühne, waarvan de stof volgens de overlevering niet mooi viel omdat haar moeder haar verplichtte er vanwege de januarikou een wollen borstrok onder te dragen.
Koning Wilhelmina zelf droeg ter gelegenheid van het huwelijk van haar dochter een grijsgroene velours japon, die afkomstig was van het Amsterdamse modehuis Hirsch & Cie.
De voorpanden van de jurk vielen over elkaar heen en waren met ingestikte plooien aan de schouderpas gezet. De rok had aan de zijkanten ook ingestikte plooien en eindigde achter in een sleep, die er later overigens is afgeknipt. Om de taille zat een fluwelen ceintuur in dezelfde stof met strikken aan de zijkanten.[1]
“Hare Majesteit de Koningin, in een paarlgrijze robe, en een grooten hoed in dezelfde kleur, aan den arm van Prins Aschwin in zijn sober-civiel, gevolgd door Prinses Armgard, eveneens in het licht-grijs, aan den arm van den Hertog van Mecklenburg, zijn de volgenden hoofdpersonen in dezen korten, treffender stoet,” schreef De Sumatra Post over de kleding van de Koningin.[2] Een oordeel werd niet gegeven.
Net als onze huidige Koningin Maxima hield Koningin Wilhelmina er kennelijk niet van kleding slechts één keer in het openbaar te dragen. Zij droeg sommige kledingstukken meerdere keren en deinsde er ook niet voor terug japonnen te laten vermaken. Zo droeg Koningin Wilhelmina de grijsgroene velours japon die zij tijdens de huwelijksplechtigheid van haar dochter droeg ook op Prinsjesdag 1937. Na de Tweede Wereldoorlog liet zij de japon aanpassen, zodat zij hem ook toen nog kon dragen.