Eindelijk was het zover: ik bezocht het niet meer zo heel nieuwe Rijksmuseum. Natuurlijk ging ik dadelijk naar de eregalerij, hoewel ik daar nauwelijks meer dan een glimp opving van ‘Het melkmeisje’ van Vermeer. Maar dat was niet erg. De echte reden van mijn bezoek was namelijk niet ‘Het melkmeisje’, maar de trouwjurk van Hirsch.

“Daar komt de bruid…in het wit en in het zwart” heet de tentoonstelling van vijftien trouwjurken uit de periode 1760 tot 1940, die staan opgesteld in de kostuumvitrine op de afdeling special collections op de begane grond. Met zijn gewelven, die deden denken aan een kerk, sloot de ruimte perfect aan op het thema. Dat werd bovendien nog eens versterkt door de subtiele vormgeving van Maarten Spruyt, die eerder onder andere verantwoordelijk was voor grote modetentoonstellingen in het Gemeentemuseum in Den Haag. Jammer genoeg bevond de trouwjurk van Hirsch zich achterin de vitrine, zodat hij niet heel erg goed zichtbaar was, maar gelukkig was er een touchscreen aanwezig, waarop de bezoeker kon inzoomen op de details.

Voorkant trouwjurk Hirsch in Rijksmuseum Achterkant trouwjurk Hirsch in RijksmuseumIn een eerdere blogpost schreef ik al dat de jurk van Hirsch gedragen werd door jonkvrouw Anna van Reenen, toen zij op 16 mei 1915 in Baarn trouwde met jonkheer Gerlach van Reenen. Ook schreef ik dat haar jurk een apart model had, zoals vermeld stond op de website van het Rijksmuseum. Maar nu ik de jurk in het echt zag bleek eens te meer dat een foto niet volstaat om dat duidelijk te maken. Doordat de jurk in de tentoonstelling voor een spiegel was geplaatst en de bezoeker zowel voor- als achterkant tegelijk kon zien viel het verschil in stijl tussen beide delen nu pas echt op. De voorkant, die a-symmetrisch was door een met kant afgezette v-hals met overslag, en de symmetrische achterkant leken zo op het eerste gezicht niet op elkaar aan te sluiten. Dat maakte de trouwjurk juist bijzonder.

Bij het lezen van het tekstbordje bij de trouwjurk van Hirsch viel mij bovendien nog iets anders op. Er stond namelijk geschreven dat de jurk afkomstig was van warenhuis Hirsch. Het was inderdaad zo dat Hirsch elementen van het moderne warenhuis had overgenomen, zoals de imposante architectuur, de postordercatalogi en moderne verkooptechnieken. Ook was Hirsch net als warenhuizen onderverdeeld in vele afdelingen, waaronder een hoedenafdeling, een schoenenafdeling, een bontafdeling, een mantelafdeling en een stoffenafdeling. Maar een echt warenhuis werd het nooit. In tegenstelling tot bijvoorbeeld De Bijenkorf of V&D verkocht Hirsch namelijk nooit boeken, meubels of etenswaren en richtte het zich gedurende zijn hele bestaan uitsluitend op de verkoop van één soort product, namelijk de mode in al zijn facetten. Hirsch zou dus eigenlijk een modehuis genoemd moeten worden.

Afgezien van dit kleine (maar vaak gemaakte) foutje was de tentoonstelling van de trouwjurken prachtig en zeer interessant. Er wordt bijvoorbeeld uitgelegd waarom een trouwjurk uit Zuidoost-Duitsland zwart was en dat de meeste jurken crèmewit waren, omdat spierwitte jurken de blanke huid niet zouden flatteren. Breng dus vooral een bezoekje aan het Rijksmuseum. De tentoonstelling “Daar komt de bruid…in het wit en in het zwart” is nog tot en met 31 december 2014 te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam.

Trouwjurk Hirsch in het Rijksmuseum

 

Share