“Wat is geschiedenis? Waar speelt zij zich af?”[1] vraagt de Duitse journalist en historicus Sebastian Haffner (pseudoniem van Raimund Pretzel) zich af in zijn boek Het verhaal van een Duitser, 1914-1933. Het is een goede vraag. Geschiedenis wordt nog altijd door velen gezien als iets wat zich ver weg afspeelt, op slagvelden en in kantoren van politici. De hoofdrolspelers zijn grote mannen die belangrijke dingen doen. En de ‘gewone man’? Die speelt in dit verhaal geen rol. Of zoals Haffner het verwoordt:

Wij anderen, naamlozen, zijn, zo lijkt het, in het beste geval objecten van de geschiedenis, pionnen in een schaakpartij die vooruitgeschoven, op hun plaats gelaten, geofferd en geslagen kunnen worden, en wier leven, mochten zij dat hebben, zich in een geheel andere wereld afspeelt, zonder relatie met wat er met hen gebeurt op het schaakbord waarop zij staan zonder het te weten.[2]

Sebastian Haffner zag dat echter anders. Hij was van mening dat hij de tijd van zijn lezer met zijn persoonlijke verhaal van de geschiedenis niet verspilde en dat

ik met het toevallige en persoonlijke verhaal van mijn toevallige, eigen persoon een belangrijker en voor al het toekomstige van meer betekenis dan wanneer ik zou vertellen wie verantwoordelijk was voor de brand in de Rijksdag en wat er tussen Hitler en Röhm nu werkelijk gezegd is.[3]

Even verderop merkt hij op dat het een feit is

dat de historische gebeurtenissen en beslissingen die er werkelijk toe doen zich afspelen onder ons, naamlozen, in het hart van toevallige individuen, en dat tegenover deze gelijktijdige massale beslissingen, waarvan de mensen zelf dikwijls onkundig zijn, de machtigste dictators, ministers en generaals volledig weerloos zijn. En het is een kenmerk van deze beslissende gebeurtenissen dat zij nooit als massaal fenomeen en massale vertoning zichtbaar worden – zodra de massa haar krachten bundelt, functioneert zij niet goed -, maar steeds slechts als een schijnbaar persoonlijke ervaring van duizenden en miljoenen individuen.[4]

Zo kan het voorkomen dat er revoluties plaatsvinden, omdat er steun is van de massa, terwijl andere revoluties een stille dood sterven omdat niemand de moeite neemt om erop te reageren. Het zijn niet de Grote Mannen en gebeurtenissen, maar het effect daarvan op de ‘gewone’ mensen die de geschiedenis bepalen.

Dat is een gedachte die in de academische geschiedschrijving al langer opgang maakt, maar die in het populair-wetenschappelijke genre niet altijd even duidelijk doorklinkt. Weliswaar zijn dagboeken zoals dat van Klaartje de Zwarte-Walvisch of boeken over gewone mensen, zoals Het pauperparadijs, bestsellers geworden, boeken over Napoleon, Hitler en de Tweede Wereldoorlog bieden nog altijd een grotere garantie op succes. Het is te hopen dat de visie van Sebastian Haffner in de toekomst vaker door uitgevers van populair-wetenschappelijke geschiedenisboeken wordt gedeeld en dat het publiek nog meer mag genieten van geschiedenis van onderaf. Want de geschiedenis, dat zijn wij.

 

[1] 176

[2] 176-177

[3] 176

[4] 177

Share