Het was de zomer van 2007. In de duomo van Siena ontmoette ik een oudere Britse man, die in een notitieboek opschreef welke heiligen en verhalen vertegenwoordigd waren in de kathedraal. Hij was ooit afgestudeerd als ingenieur en had altijd in de techniekbranche gewerkt, maar na zijn pensionering besloot hij zijn hart te volgen en opnieuw de schoolbanken in te duiken. Nu studeerde hij iets totaal anders: theologie en godsdienstwetenschappen. Zijn verhaal inspireerde mij. Ik hoop dat ik later net zo wordt en op mijn 70e, 80e of 90e nog steeds met een open blik naar de wereld kijk, nieuws- en leergierig als ooit tevoren. Een leven lang leren, dat lijkt mij wel wat.

Dankzij het internet is het gelukkig gemakkelijker dan ooit te voren om een leven lang (online) te leren. Op diverse platforms worden Massive Online Open Courses (MOOCs) aangeboden en daar maak ik gretig gebruik van. Via FutureLearn volgde ik de (gratis) cursus ‘Behind the scenes of the 21st century museum’, die werd aangeboden door de University of Leicester in samenwerking met de Museums of Liverpool. Heel veel nieuws leerde ik er niet van, maar het was wel fijn om bevestiging te krijgen voor mijn eigen ideeën over musea en educatie. Met veel van wat gezegd werd tijdens de cursus kon ik het alleen maar hartgrondig eens zijn, waaronder:

  1. Musea moeten zich richten op verschillende groepen in de samenleving

Hoe graag zij dat ook zouden willen, musea zijn niet toegankelijk voor iedereen en trekken slechts een beperkt deel van de samenleving. Dat zijn meestal gezonde, hoogopgeleide, blanke mensen tussen de 25 en 75, die genoeg geld hebben om de steeds duurder worden musea, een museumjaarkaart en/of bijkomende reiskosten te kunnen betalen.

Donkere of laagopgeleide mensen gaan waarschijnlijk minder snel naar een museum. Dit heeft zeer uiteenlopende oorzaken. Misschien identificeren donkere mensen zich niet met een museum omdat daar vaak de geschiedenis van de blanke meerderheid wordt verteld of vinden laagopgeleiden de teksten in het museum moeilijk leesbaar. Om deze mensen ook naar het museum te trekken moet een museum niet alleen het verhaal vertellen van de heersende, vaak blanke, hoogopgeleide elite, maar moet het juist de geschiedenis vanuit verschillende perspectieven belichten, zodat meer mensen zich verbonden voelen met het museum.

  1. Musea moeten alle zintuigen prikkelen, niet alleen de visuele

Daarnaast zijn musea ook niet altijd even toegankelijk voor mensen met een visuele, verstandelijke of fysieke beperking en is er ook vaak weinig aandacht voor deze groepen in musea. De toegankelijkheid van musea voor mensen met een fysieke beperking neemt vaak al enorm toe wanneer er minder drempels zijn en er liften worden geïnstalleerd. Helaas is dat niet altijd mogelijk, doordat sommige musea in oude, monumentale gebouwen gevestigd zijn en daardoor geen ruimte of toestemming hebben voor de installatie van een lift.

Paul Smith Modemuseum videoschermen

Moeilijker is het om visueel beperkte mensen bij een museum naar binnen te krijgen. Blinden of slechtzienden krijgen in een traditioneel museum immers niet of nauwelijks iets mee van de inhoud van het museum, omdat zij geen schilderijen of objecten kunnen zien en ook geen teksten kunnen lezen. Dat komt doordat musea over het algemeen heel sterk gericht zijn op de visuele beleving van het museum, terwijl de andere zintuigen achterblijven.

Musea kunnen echter ook op een andere manier beleefd worden, zo bewijst het Van Abbemuseum in Eindhoven. Iedere tweede zondag van de maand kunnen blinde en slechtziende bezoekers daar een (gratis) interactieve rondleiding volgen, waarbij kunstwerken aangeraakt mogen worden en de kunst tot leven komt door middel van voelreplica’s en –materiaal, geur, smaak, muziek, literatuur en poëzie. Op die manier wordt museumbezoek een totaalbeleving, die mijns inziens niet alleen interessant is voor mensen met een visuele beperking, maar voor alle bezoekers van het museum.

  1. Musea moeten kinderen niet weren of apart zetten, maar betrekken bij het museum

Het is u vast ook weleens overkomen: u wilt in alle rust een museum bezoeken en een kunstwerk bewonderen en wordt daarbij wreed gestoord door kinderen die, al dan niet in groepsverband, schreeuwend door het museum rennen, op zoek naar de antwoorden op de vragen in de speurtocht die zij zo snel mogelijk af willen hebben zodat zij weer naar buiten kunnen.

Albert Edelfelt spelende jongens aan de kust

In 2014 beklommen kinderen in Tate Modern zelfs een kunstwerk dat maar liefst 10 miljoen dollar waard was! Dit voorval leidde tot een hevige discussie rondom de vraag of kinderen welkom moeten zijn in musea. Ivan Hewett, criticus van The Telegraph is van mening dat het te ver gaat om kinderen te verbannen uit musea, maar dat musea ook niet moeten doorslaan in het kindvriendelijk maken van musea. Volgens hem denken musea vaak dat kindvriendelijk betekent dat high culture op het niveau van kinderen gebracht moet worden, waardoor zij museau op latere leeftijd zien als iets wat bij de kindertijd hoorde in plaats van als een plaats van grote culturele en historische waarde. Erger nog, zij zullen dan het gevoel hebben dat zij op jongere leeftijd betutteld en voorgelogen zijn door de musea. Kinderen moeten dan ook als volwaardige bezoekers worden behandeld, zodat zij in de toekomst terug blijven komen – zij zijn namelijk de bezoekers van de toekomst en die moeten musea koesteren.

  1. Musea moeten controversiële thema’s niet uit de weg gaan

Vorige week schreef ik al over de wijze waarop het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem omgaat met zwarte bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis. Daarbij vermeldde ik ook wat in de cursus hierover gezegd werd: “David Fleming, directeur van de National Museums of Liverpool, is van mening dat niet collecties, maar emoties het kloppend hart vormen van musea en dat musea een belangrijke rol (kunnen spelen bij het bespreekbaar maken van controversiële thema’s in de samenleving. Hij gaat zelfs nog een stap verder dan dat, door te zeggen dat musea niet objectief hoeven te zijn en partij mogen kiezen in zaken als bijvoorbeeld mensenrechten.” Op die manier zullen musea (opnieuw) een actieve en centrale rol gaan vervullen in het maatschappelijk debat, aldus Fleming. Ik ben het daarin met hem eens.

Interieur Molukse barak Nederlands Openluchtmuseum Arnhem

  1. Musea hebben een verbindende functie in de samenleving

Niet alleen kunnen musea een spilfunctie vervullen in de samenleving door debatten aan te zwengelen en controversiële onderwerpen aan te snijden, zij kunnen dat ook doen door de omwonenden in hun stad en regio te betrekken bij het museum. In Nederland zagen we een voorzichtig begin op dit gebied in het stadsdelenproject (2009-2013) van het Haags Gemeentemuseum, waarbij bewoners uit de acht stadsdelen een half jaar gratis het museum mochten bezoeken. Dit project was een groot succes en kreeg in 2014 een vervolg.

De samenwerking kan echter nog verder gaan. Zo kunnen musea in overleg treden met de stadsbevolking of verenigingen en andere groepen in de samenleving vragen te helpen bij de samenstelling van tentoonstellingen. Dit is arbeidsintensief en kost veel tijd en geduld, maar daar staat tegenover dat de bevolking zich meer betrokken zal voelen bij het museum en de inhoud ervan. En dat lijkt mij zeer de moeite waard.

 

Share