Een tiental mensen trotseerde op 4 mei de regen om ’s ochtends om elf uur aanwezig te kunnen zijn bij de lezing van Geert Volders, medewerker van Herinneringscentrum Kamp Westerbork, in De Stadsakker aan de Oude Kijk in ’t Jatstraat 38. Te midden van compostbakken, rubberlaarzen en tuingereedschap luisterden we naar het verhaal van de joodse stadjer Herman van Hessen, die hier het grootste deel van zijn leven woonde. Ik stelde mij voor dat hij de mooie art nouveau-achtige tegeltjes op de wand nog had aangeraakt, of dat zijn grootouders ze hadden aangebracht in het pand. Of dat zo is weet ik niet, maar het is heel goed mogelijk.

De familie Van Hessen

Al in 1880 was dit pand in bezit van de grootouders van Van Hessen, Abraham van Hessen en Pauline van Hessen-Klarenmeier, die er een slagerij vestigden. De renaissancegevel die het pand aanvankelijk had verdween (maar kreeg een tweede leven in de façade van het Provinciehuis aan het Martinikerkhof in Groningen) en maakte plaats voor de huidige winkelpui.

Huis Herman van Hessen
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed [CC BY-SA 4.0 (http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0)], via Wikimedia Commons
De slagerij werd later overgenomen door Julius en Leo van Hessen, de oom en vader van Herman. Zij woonden allebei met hun echtgenotes en gezin in het pand waarin ook de slagerij was gevestigd. Julius van Hessen (1875) trouwde met Johanna de Beer uit Emden. Zij kregen één zoon, Paul, die in 1914 werd geboren. Leo van Hessen (1873) trouwde in 1909 met Nanny de Beer, een zus van Johanna de Beer. In 1910 werd hun eerste zoon, Albert Bernard, geboren, gevolgd door Herman op 5 augustus 1912.

De familie Van Hessen was niet onbemiddeld. Zij hadden ook een buitenverblijf op Schiermonnikoog, waar in de zomermaanden een filiaal van de slagerij was geopend. Bovendien hadden zij dienstbodes en verbleven Herman, zijn broer Albert Bernard en zijn neef Paul een poos in het Westen. Paul ging naar Rotterdam, terwijl Albert Bernard en Herman naar Amsterdam gingen. Albert Bernard begon daar een cartonnagefabriek, maar Herman kwam terug naar Groningen. Hij besloot echter niet in de voetsporen van zijn ouders en grootouders te treden.

Attila en zionisme

Herman van Hessen besloot zichzelf vooral op fysiek gebied te ontwikkelen en werd gymnastiekleraar. In de jaren dertig adverteerde hij voor zichzelf onder de naam Hans van Hessen: “Ged. Heilgymnast-Masseur. Leeraar Lich. Oef. M.O.” Hij was bovendien lid bij de joodse gymnastiek- en atletiekvereniging Attila, waar hij de dames- en meisjesgroepen ging begeleidden.

Hoewel Attila niet erg positief was over het zionisme sloot Herman van Hessen zich bovendien aan bij de Groninger afdeling van de Nederlandse Zionistische Studenten Organisatie. Wellicht deed hij dit vooral vanwege de gezelligheid, omdat in de (overgebleven) notulen van de organisatie niet is terug te vinden dat Van Hessen er ooit het woord voerde.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef Herman van Hessen aanvankelijk actief als gymnastiekleraar. Toen de niet-joodse begeleider van de heren- en jongensgroepen bij Attila moest vertrekken nam hij deze taak over. Bovendien werd hij in 1942 al gymnastiekleraar aangesteld aan de joodse lagere school in Groningen.

Onderduik in Paterswolde

Inmiddels waren van het gezin van Leo van Hessen alleen Herman en zijn moeder Nanny overgebleven. Zijn vader was al in 1933 gestorven en in 1941 was zijn broer Albert Bernard als gevolg van natuurlijke oorzaken overleden. In 1942 werd ook Hermans moeder ernstig ziek. Tijdens haar ziekbed nam Nanny contact op met haar voormalige dienstbode Derkje Meijer-van Dijk. Zij had een klein, afgelegen boerderijtje in de buurt van Paterswolde, waar Herman zou mogen onderduiken, wanneer dat nodig mocht zijn.

Nanny van Hessen-de Beer stierf op 18 mei 1942. Na haar dood besloot Herman onder te duiken in het boerderijtje bij Paterswolde. Dit ging een tijd lang goed, maar in 1944 werd hij in het holst van de nacht door de Sicherheitsdienst (SD) van zijn bed gelicht. Hij werd onder schot begeleid naar het huis van Derkje Meijer en haar echtgenoot. In de veronderstelling dat de SD vrouwen met rust zou laten opende Derkje Meijer de deur. Haar vermoeden was onjuist – samen met Herman van Hessen werd zij gearresteerd en opgesloten in het Huis van Bewaring in Groningen. Daar scheidden hun wegen.

Herman van Hessen kwam terecht in de strafbarak van Kamp Westerbork. Dat betekende dat hij met het eerstvolgende transport naar de vernietigingskampen in het oosten werd gedeporteerd. Hij kwam terecht in Auschwitz, maar wist vanwege zijn goede conditie de gaskamers te ontlopen. Waarschijnlijk werd hij tewerkgesteld. Toen Auschwitz in januari 1945 door de Russen werd bevrijd bevond Herman zich echter niet meer in het kamp. Hij was terechtgekomen in het Oostenrijkse concentratiekamp Mauthausen, waar gevangenen zich te pletter moesten werken tot de dood erop volgde. Dat gebeurde ook met Herman van Hessen. Op 14 maart 1945, slechts enkele maanden voor de bevrijding, stierf hij.

Ook Derkje Meijer overleefde de oorlog niet. Zij kwam via kamp Vught terecht in kamp Ravensbrück, waar zij op 1 januari 1945 stierf.

Na de Tweede Wereldoorlog

Behalve Herman van Hessen keerden ook zijn oom Julius en tante Johanna niet terug uit de concentratiekampen. Zij waren allebei op 20 maart 1943 vermoord in Sobibor. Hun zoon Paul wist aan het begin van de oorlog naar Engeland te vluchten en overleefde als enige de Tweede Wereldoorlog.

Herman van Hessen en Derkje Meijer worden sinds 2006 herdacht op monument ‘de Duinen’ bij Paterswolde. Ook is Herman van Hessen opgenomen in het Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland.

In mijn volgende blog leest u meer over de van oorsprong uit Polen afkomstige familie Hildesheim, die een bakkerij had in de Folkingestraat, en waarvan de familieleden zeer actief waren in de joodse gemeenschap in Groningen. Hou mijn blog of social media dus in de gaten!

monument Paterswolde Herman van HessenDoor Bertusisdenaam (Eigen werk) [CC BY-SA 3.0 nl (http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/nl/deed.en)], via Wikimedia Commons

 

Share