Op 22 april j.l. vond de lancering plaats van Modemuze, het online platform waarop de mode- en kostuum-collecties van het Rijksmuseum in Amsterdam, het Gemeentemuseum in Den Haag, het Amsterdam Museum, het Museum Rotterdam, het Centraal Museum in Utrecht, Paleis het Loo in Apeldoorn en het Fries Museum in Leeuwarden permanent te doorzoeken en bewonderen zijn. Om dit te vieren openen de zeven deelnemende musea de deuren van hun depots, zodat het publiek de schatten in de collecties voor één keer niet alleen online maar ook in het echt kunnen zien. Omdat ik altijd nieuwe dingen wil zien en leren ging ik afgelopen vrijdag naar het Fries Museum in Leeuwarden, dat toonde hoe het Friese kostuum in de negentiende eeuw veranderde onder invloed van de heersende mode.

Gieneke Arnolli, conservator mode en textiel van het Fries Museum, toonde ons eerst een powerpoint-presentatie over de ontwikkeling van het Fries kostuum in de negentiende eeuw. Daarin werd een groot aantal clichés en vooroordelen naar de prullenbak verwezen, zoals het idee dat klederdracht alleen iets was voor vissers, boeren en andere armelui. Dat was wat het Fries kostuum betreft zeker niet het geval – zelfs koningin Wilhelmina had een kostuum, en heeft dat ook bij enkele gelegenheden in Friesland gedragen.

Verder bleek uit de presentatie dat er niet zoiets is als hét Fries kostuum, net zoals dé Nederlander niet bestaat. In de loop der jaren zijn er vele verschillende vormen van het kostuum geweest, van de Duitse muts met de enorme luifel in de achttiende eeuw via het slanke empire kostuum met een hoge taille en sluiermuts naar brede schouders en schapenbout-mouwen in de Biedermeiertijd rond 1835. Het Friese kostuum dat rond 1850 in de mode was, met brede schouders, smalle taille, tipdoek, schort en wijde (hoepel)rok, is toonaangevend geworden voor het stereotype beeld dat wij tegenwoordig hebben van het Friese kostuum en dat wij kennen van koffieblikken van Douwe Egberts en folkloristische evenementen.

Hindelooper kostuum Fries Museum ModeMuze Fries kostuum Fries Museum ModeMuze

Ook de gouden oorijzers waren niet altijd zo groot als gedacht, maar begonnen als zeer bescheiden zilveren ijzertjes. Die ontwikkeling van klein naar groot was ook goed te zien in de tentoonstelling ‘it ferhaal fan Fryslân’, die wij heel kort bezochten, en waarin ook een Fries kostuum te bewonderen was. Ook was er een Hindelooper kostuum te zien in ‘it ferhaal fan Fryslân’, maar daar stonden wij niet bij stil, omdat dat een geheel eigen karakter heeft en een unieke plaats inneemt binnen de klederdrachten. Mooi was het echter wel.

Tenslotte bekeken wij originele stukken, die speciaal voor deze gelegenheid vanuit het depot naar het museum waren vervoerd. Het depot zelf konden wij namelijk niet bezoeken, aangezien dat in tegenstelling tot het museum zelf nog geen nieuw onderkomen heeft en overvol was. Wij leerden dat een muts uit verschillende delen werd opgebouwd en dat jakjes van een Fries kostuum werden gesloten door het haakje niet van opzij maar van boven in het oogje te haken. Ook zagen wij een prachtige mouwinzet die een slanke pofmouw opleverde en keken wij niet zo heel stiekem onder de rok van een tournure, om te zien hoe die welgevormde derrière werd opgebouwd.

Dat wij deze stukken van zo dichtbij konden bekijken was uniek. Het is goed mogelijk dat zij het depot in de toekomst nooit weer zullen verlaten, aangezien slechts vijf procent van de totale collectie van Nederlandse musea wordt geëxposeerd. Het initiatief van Modemuze mag wat mij betreft dan ook vaker navolging vinden, aangezien het publiek daardoor in aanraking komt met onzichtbare museumcollecties. Bovendien biedt het een prachtig kijkje achter de schermen.

Share