Tegenwoordig mogen baby’s niet meer op hun buik of onder een dekbedje slapen, maar vroeger was dat wel anders. Toen was een zijdesatijnen donzen wiegdek een teken van luxe. Ook Hirsch verkocht dergelijke wiegdekjes, maar tot nu toe was ik babyproducten alleen in reclamemateriaal tegengekomen. Toen er één online werd aangeboden was ik dan ook meteen geïnteresseerd, helemaal omdat de verkoper erbij vermeldde dat dit exemplaar afkomstig was van een voormalige hofdame.

Wiegdek van Hirsch

Introductie aan het hof

Het bleek te gaan om barones Catharina Elisabeth Boudewina (roepnaam: Elisabeth) Roëll-Sloet van Oldruitenborgh (1871-1941). Zij werd geboren op 3 augustus 1871 in Vollenhove en groeide daar op in de havezate Marxveld.

Op 15 september 1898 solliciteerde Elisabeth naar de functie van hofdame bij koningin Wilhelmina, die toen net officieel koningin was. Het klikte meteen, zo schreef Wilhelmina in het ‘album amicorum’ dat zij Elisabeth schonk bij haar huwelijk in 1904:

Een rijtuig rolt op een warmen zomernamiddag het hek van Soestdijk binnen … de deur gaat open … de freule Sloet treedt binnen, zij neemt in de groote rose armstoel tegenover mij plaats. Een lang gesprek volgt en zij vertaal Soestdijk als mijn toekomstige hofdame. O, wat was die middag op Soestdijk warm!!

Het was niet verwonderlijk dat Elisabeth hofdame van koningin Wilhelmina werd. Er bestonden nauwe banden tussen de Oranjes en de familie Sloet van Oldruitenborgh. Zo was een oudoom van Elisabeth, Anthonie Henri baron Sloet van Oldruitenborgh (1798-1871) adjudant van prins Alexander (1818-1948), de tweede zoon van koning Willem II.

Op reis met de koningin

Per 1 november 1898 was Elisabeth officieel hofdame van koningin Wilhelmina. Als hofdame vergezelde Elisabeth koningin Wilhelmina onder andere in 1899 naar het kuuroord Schloss Hausbaden in Badenweiler in het Zwarte Woud. Vijf weken lang genoten zij hier van de natuur. ‘Dien zomer hoorde ik veel Elisabeth’s onvermoeide vingers de piano bespelen terwijl Pixy zong!’, schreef koningin Wilhelmina. Later dat jaar ging Elisabeth mee naar Potsdam voor de doop van prins Hermann Wied, een petekind van Wilhelmina.

Catharina Elisabeth Boudewina Roëll-Sloet van Oldruitenborgh

In 1902 reisde Elisabeth met koningin Wilhelmina naar kuuroord Bad Eilsen bij Schaumburg, waar de koningin vijf weken verbleef om te herstellen van tyfus en een miskraam. Die zomer begon de koningin met fotograferen, waarbij haar hofdames hielpen. ‘Het was een moeilijk bedrijf om te leren en er werd menig uur aan besteed,’ schreef Wilhelmina hierover. ‘Ze brengen menige warme wandeling door het park met ettelijke toestellen op den rug en in de hand in herinnering.’

Een jaar later verraste Elisabeth koningin Wilhelmina door de rol van zanglerares van de koningin op zich te nemen. ‘Aangename en gezellige uren brachten wij samen aan de piano door en eenige maanden leidde zij mijne zangoefeningen.’ Ook nadat zangpedagoog Fedrico Morello de zanglessen overnam bleef Elisabeth de koningin vrijwel dagelijks begeleiden bij het zingen van oefeningen en liederen.

Huwelijk met Roëll

Op 21 juli 1904 trouwde Elisabeth in Vollenhove met jonkheer mr. dr. Willem Frederik Roëll (1870-1942), in aanwezigheid van koningin Wilhelmina en prins Hendrik. Daarmee kwam een einde aan haar bestaan als hofdame, tot groot verdriet van de koningin: ‘Hoe verdrietig ik was toen ik hoorde dat ik weldra Elisabeth zoude moeten ontberen en toch hoe ik mij van ganscher harte in haar geluk verheugde, zal zij zeker het beste weten.

Trouwfoto Willem Frederik Roell en Catharina Elisabeth Boudewina Sloet van Oldruitenborgh

Het huwelijksfeest werd uitgebreid gevierd op havezate Den Oldenhof in Vollenhove, waar Elisabeths ouders en ongetrouwde zusters sinds 1903 woonden. Het burgerlijk huwelijk werd voltrokken in het oude raadhuis van Vollenhove, door de burgemeester en tevens neef van Elisabeths vader, baron Anthony Sloet van Oldruitenborgh (1851-1935). Bruidsmeisjes waren de dochtertjes van oudste zus Clara, die op het landgoed Hackfort bij Vorden woonden.

Kamerheer van de koningin

Willem Frederik Roëll was een telg uit de regentenfamilie Roëll. Zijn vader, mr. Willem baron Roëll (1837-1915) was politicus en lid van de Raad van State, terwijl zijn moeder afkomstig was uit de adellijke familie Dedel. Zelf promoveerde Willem Frederik Roëll in 1896 in de rechten en staatswetenschappen. Hij was directeur van de gemeentelijke kredietbank in Amsterdam, de stad waar hij van 1906 tot 1919 bovendien gemeenteraadslid was. Vanaf 1917 tot zijn overlijden in 1942 was hij ook directeur van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen.

Ook de echtgenoot van Elisabeth had warme banden met het koningshuis. Vanaf 1920 was hij namelijk kamerheer in buitengewone dienst van koningin Wilhelmina. Dit hield in dat hij de koningin ondersteunde en adviseerde bij de voorbereiding en uitvoering van koninklijke bezoeken in zijn regio. Net als het ambt van hofdame was dit een erebaan, waarvoor hij geen salaris ontving.

Kinderen onder het wiegdek

Na hun huwelijk woonde het echtpaar Roëll-Sloet van Oldruitenborgh afwisselend in Amsterdam en landgoed Sperwershof in ’s Graveland.

Catharina Elisabeth Boudewina Roëll-Sloet van Oldruitenborgh met kind

Willem Frederik en Elisabeth kregen vier kinderen: Willem Gerard (1905-1942), Jo(h)an (1906-2000), Erik Willem (1908-2002) en Catharina Elisabeth Boudewina (1911-1995). Volgens de overlevering lagen tenminste twee van deze adellijke kinderen onder het wiegdek van Hirsch. Maar welke van de vier? Dat blijft helaas onduidelijk. Naar alle waarschijnlijkheid was het in ieder geval de jongste dochter Catharina Elisabeth Boudewina (Bienebeth) Roëll. Bij haar kwam het wiegdek terecht na de dood van haar moeder Elisabeth op 3 november 1941 op de Sperwershof.

Net als haar ouders had Bienebeth ook een goede band met het koningshuis. In 1937 was zij namelijk bruidsmeisje bij het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard. Daarnaast werkte zij van 1957 tot 1980 als particulier secretaresse en hofdame van koningin Juliana. Bienebeth bleef ongehuwd en had zelf geen kinderen die onder het wiegdek lagen, maar misschien werd het wel uitgeleend aan andere familieleden? Helaas blijft dat ook onbekend. Wat het geval ook was, in de jaren ’80 gaf Bienebeth het wiegdek aan degene van wie ik het onlangs kocht. Ook de dochter van de verkoopster lag er daarna nog onder.

Functie verloren

Mijn eigen dochter is nu zes maanden oud, en zal (helaas) niet meer onder dit wiegdek van Hirsch liggen. Niet alleen omdat baby’s tegenwoordig niet meer onder dekbedjes mogen liggen, maar ook omdat mijn dochter er al bijna te groot voor is. Belangrijker is echter nog dat de oude zijde erg kwetsbaar is en ik scheuren wil voorkomen. De functie is verloren, maar het blijft een mooi object. Tot voor kort waren de artikelen die Hirsch verkocht voor de baby-uitzet alleen bekend van foto’s. Nu is in ieder geval één van die artikelen ook daadwerkelijk tastbaar zodat we weten hoe zo’n wiegdek er in het echt uitzag.

Met dank aan Henk van Heerde van de website stadvollenhove.nl voor het gebruik van de foto’s van Catharina Elisabeth Boudewina Roëll-Sloet van Oldruitenborgh en de citaten uit het album amicorum.

Share