Het zal u wellicht verbazen, maar wanneer u mij zou vragen wat ik het leukste vind aan mijn werk dan antwoord ik niet het onderzoek of het schrijven. Nee, het leukste aan mijn werk vind ik het contact met het publiek en de persoonlijke verhalen die lezers vertellen. Het grootste compliment dat ik kan krijgen is wanneer lezers vertellen dat mijn boek hen heeft geholpen, bijvoorbeeld om inzicht te krijgen in hun eigen familiegeschiedenis.

Vaak krijg ik mailtjes van mensen wiens ouders of grootouders bij Hirsch hebben gewerkt. Zo ontving ik een tijdje geleden een mailtje van een mevrouw, die het verhaal vertelde van haar moeder, Geertruida Catharina (Truitje) van Dalen-Helmers.

Trouwfoto David van Dalen en Truitje van Dalen-Helmers, 1927.
Trouwfoto David van Dalen en Truitje van Dalen-Helmers, 1927.

Pelterijenaaister

Truitje Helmers werd op 12 maart 1903 geboren als dochter van kelner Gerrit Willem Helmers en Geertruida Catharina Knipmeijer. In 1927 trouwde zij met bankwerker David van Dalen. ‘Pelterijenaaister’ oftewel bontnaaister stond als beroep van Truitje op de huwelijksakte vermeld.

Volgens haar dochter werkte Truitje als borduurster bij Hirsch, waar zij de voeringen van bontjassen borduurde. Ik dacht dat zij misschien wel te zien was op één van de foto’s die fotograaf Merkelbach maakte van de bontafdeling van Hirsch, maar volgens Truitjes dochter was dit niet het geval.

Pelterij bij Hirsch. Collectie Atelier J. Merkelbach, Stadsarchief Amsterdam.

Jassen voor koningin Wilhelmina

Truitje werkte onder meer aan jassen voor koningin Wilhelmina, schreef haar dochter. Volgens de overlevering deed zij tijdens het werk bij wijze van grap eens een cape om, die bestemd was voor de koningin. Daarop werd zij onmiddellijk ontslagen, maar ook weer aangenomen omdat zij goed was in haar werk.

Wat waar is van deze anekdote is onmogelijk na te gaan, maar er komt een gevoel van trots en plezier in naar voren. Truitje vertelde het verhaal over haar werk wellicht omdat zij er fier op was dat zij voor een gerenommeerd modehuis als Hirsch had gewerkt en kleding had geborduurd van en voor de koningin. Daarnaast had zij er blijkbaar een plezierige tijd beleefd en de werksfeer als prettig ervaren. Er kon een grapje worden uitgehaald, wat weliswaar bestraft maar ook weer vergeven werd wanneer je je werk goed deed, zoals in het geval van Truitje.

Verrijking voor onderzoek

Verhalen als dat van Truitje van Dalen-Helmers vormen een verrijking voor mijn onderzoek. Ik ben heel blij dat mijn boek mensen inspireert om hun eigen persoonlijke verhalen te delen, niet alleen binnen hun eigen familie, maar ook daarbuiten. Daardoor dragen zij namelijk bij aan meer kennis over Hirsch. Zo blijkt er nog een schat aan verhalen en anekdotes te zijn die ik nog niet kende en die mijn boek daardoor niet hebben gehaald.

Natuurlijk, het zijn vaak anekdotes van individuen, en het is de vraag of de herinneringen kloppen. Maar wanneer je al die persoonlijke verhalen van voormalige werknemers van Hirsch naast elkaar zet, kritisch analyseert en met elkaar vergelijkt, ontstaat er wel degelijk een genuanceerd beeld van het modehuis. Bovendien kan ik door het delen van deze verhalen de vergeten personeelsleden van Hirsch weer onder de aandacht brengen. En dat vind ik belangrijk, omdat een bedrijf meer is dan de oprichters en economische successen.

Uw verhaal delen?

Heeft u ook een verhaal over een voormalige werknemer van Hirsch, omdat u of een familielid bij het modehuis werkte, of omdat u er klant was? Laat het mij dan weten via het contactformulier op de website. Samen zorgen we voor meer kennis over Hirsch.

Meer weten?

Wil je meer weten over het Amsterdamse modehuis Hirsch & Cie? Lees dan mijn boek over de geschiedenis van dit modehuis, dat is verschenen bij Uitgeverij Verloren.

Bestel hier het boek ‘Hirsch & Cie Amsterdam (1882-1976)’
Share