Afgelopen weekend stond Groningen stil bij de bevrijding van de stad, deze week precies zeventig jaar geleden. De herdenking van de slag om Groningen werd groots aangepakt, met onder andere de re-enactment van de slag om de Paterswoldseweg, die vlak voor mijn huis plaatsvond. Het was een groot en letterlijk knallend spektakel met tanks, jeeps en vele acteurs, dat de aandacht trok van de landelijke media, waaronder SBS6, de NOS en het NRC. Stanley Butterworth, een Canadese veteraan die zeventig jaar geleden vocht voor de vrijheid van Groningen, zag hoe zijn broer Fred opnieuw sneuvelde.
“Wat vindt jij als historica nou van zo’n re-enactment?” werd mij na afloop gevraagd. Dat is een goede vraag. Historici hebben vaak een negatieve opvatting over het naspelen van historische gebeurtenissen. Ten eerste kan in veel gevallen aan de authenticiteit van de heropvoering getwijfeld worden, al was het alleen maar omdat (historische) wapens in de meeste landen verboden zijn. Afgezien daarvan zou re-enactment een versimpelde en verdraaide weergave van de werkelijkheid zijn, die het grote publiek vervolgens opvat als zijnde de feitelijke waarheid. Bovendien is re-enactment gericht op de ervaring en het opwekken van emotie, waarmee de indruk gewekt wordt dat die universeel zijn en door de jaren heen gelijk blijven. En dat is iets waar de historische wetenschap zich liever verre van houdt.
Hoewel ik mij bewust ben van de tekortkomingen van re-enactment deel ik de negatieve mening van veel van mijn vakgenoten niet. Hoewel niet alles klopte en er inderdaad geen ruimte was voor nuance ging de voorstelling aan de Paterswoldseweg naar mijn mening wel op een respectvolle manier met het verleden om. Het draaide niet alleen om krijgsgeweld, maar ook was een grote rol weggelegd voor het herdenken van Fred Butterworth. Zo werden mensen er (hopelijk) bewust van dat onze vrijheid niet vanzelfsprekend is en dat de geallieerden er een hoge tol voor betaalden.
Re-enactment heeft in mijn optiek dan ook een belangrijke educatieve functie. Het biedt de mogelijkheid om een groot publiek, dat mogelijk nooit een museum bezoekt of een boek leest, in contact te brengen met geschiedenis. Het mag dan geen waarheidsgetrouwe weergave van de geschiedenis zijn zoals die daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, misschien inspireert het de bezoekers wel om meer over het verleden te gaan lezen en leren en ook voor de aanwezige kinderen was het wellicht een onvergetelijke ervaring. Wie weet legde de voorstelling aan de Paterswoldseweg zelfs wel de basis voor vele toekomstige geschiedenisstudenten?
Het is elitair om als historicus neer te kijken op vormen van geschiedenis die minder wetenschappelijk zijn dan het onderzoek dat op de universiteit plaatsvindt, maar we moeten niet vergeten dat het vak geschiedenis alleen kan blijven bestaan wanneer kinderen en jongeren geïnspireerd raken door de verhalen uit het verleden. En laten we eerlijk zijn, de kans dat dat een wetenschappelijke monografie vol theoretische verhandelingen dat gevoel teweeg brengt is vrij klein…
Wat vindt u van re-enactment?
Meer foto’s van de re-enactment aan de Paterswoldseweg op 10 april 2015 vindt u op mijn facebook-pagina.
Ik doe al jaren aan Levende Geschiedenis (re-enactment maar dan met extra’s), niet alleen als ‘hobby’ maar ook als beroep.
Wij beelden het dagelijks leven tijdens de Tweede Wereldoorlog uit in musea en voor film en tv opnames.
In mijn ervaring is er nog al eens wantrouwen of minachting voor re-enactment en/of Levende Geschiedenis in de museum wereld, maar verdwijnt dit als sneeuw voor de zon als ze een keer een echte goede groep ontmoeten.
Een waarbij alle details kloppen, waar alle deelnemers veel parate (juiste) kennis bezitten en als men ziet hoe onder de indruk bezoekers zijn. Want simpel gezegd zijn we hetzelfde als de mannequins die ze in het museum hebben staan… maar dan levend!
Om nog maar te zwijgen van alle spullen die we mee brengen en die kinderen dan eens van dichtbij mogen bekijken in plaats van achter glas. Als museummedewerkers mij zien praten met een oudere bezoeker die dan in tranen uitbarst omdat er herinneringen boven komen of kinderen die met open mond staan te staren en te luisteren naar mijn verhaal en dan eigenlijk niet met hun ouders mee willen, dan realiseren ze zich al snel dat het een fantastisch educatief instrument is. En zelf als historisch adviseur leer ik er ook veel door. Want ook al is het allemaal nep, ik heb toch mee gemaakt hoe het is om op een fiets met houten banden te fietsen of door een Duitse soldaat aangehouden te worden om mijn persoonsbewijs te laten zien. Nep ja, acteren ja, maar toch ook eng en spannend. Uiteindelijk is het soms net experimentele archeologie en ik geloof dat alle historici inmiddels daar het nut wel van in zien. Re-enactment of Levende Geschiedenis beoordelen is eigenlijk net als alle musea in Nederland te beoordelen; tenzij je ze echt allemaal gezien hebt is dat onmogelijk. De mening dat dit heropvoeren van het verleden dan ook heel goed of heel slecht is kan eigenlijk niet want je baseert het op de optredens die je gezien hebt en die zijn soms goed, soms slecht. Maar de waarde van een goede, authentieke Levende Geschiedenis groep is in woorden niet uit te drukken en is educatief te zien alleen maar een verrijking. Onze deelnemers zijn op de hoogte van de laatste ontwikkeling op het gebied van Historisch onderzoek, ze zijn vaak dag en nacht bezig met hun thema, ‘hun’ periode. Het is niet ongewoon voor ons om in een museum fouten te ontdekken of reproducties, of informatie te delen die net is uitgebracht in een lezing nieuw boek waar aanwezige ‘experts’ nog niet van op de hoogte brengen. In veel gevallen zijn wij zeer wetenschappelijk bezig en historici die neer kijken op alle vormen van geschiedenis reconstructie neem ik dus niet serieus meer. Maar uiteindelijk gaat het allemaal om twee ding; het verspreiden van kennis en passie. En ik weet zeker, uit eigen ervaring, dat onze optredens er voor gezorgd hebben dat kinderen en volwassenen veel nieuwe dingen leerde en vaak ook een (vernieuwde) passie mee kregen voor het thema. En dat kunnen veel historici niet zeggen.
Hoewel re-enactment veel te wensen over laat wens ik u op twee zaken te wijzen.
1.) In de eerste plaats is re-enactment niet bedoeld als “volksvermaak” dan wel ter educatie van de jeugd. Re-enactment behelsd het herbeleven van de geschiedenis. Dat wil zeggen dat de re-enactor zelf zich moeite getroost de geschiedenis te laten herleven om de ervaring van die tijd te “her”beleven. Dit omvat primair juist niet publieksevenementen. Helaas zijn die mogelijkheden zeer beperkt waardoor het re-enactment in hoofdzaak ten uitvoer kan worden gebracht en public. Dit op zijn beurt trekt veel in naam re-enactors wat feitelijk weinig meer omvat dan verkleden, showtje doen en dan bier drinken. Dit op zijn beurt doet afbreuk aan het historische gehalte wat re-enactment feitelijk zou moeten inhouden. Het feit dat het “plaatje” niet volledig historisch correct is wordt dus mede verzoorzaakt door de beperkte fasciliteiten die re-enactors hebben om daadwerkelijk zich in de tijd van toen te verplaatsen. 2.) Alles goed en wel dien ik er toch op te wijzen dat re-enactment, zeker vanuit het organiserende oogpunt, zich de moeite getroost om het historisch correct weer te geven. Wat mij bijvoorbeeld stoort is dat in films en documentaires bewust en gemotiveerd vanuit “artistieke vrijheid” vele malen meer historische waarheden worden gecompromiteerd om het verhaal van de regisseur te vertellen dan de practische compromissen die re-enactors hanteren. 3.) In het verlengde daarvan wijs ik u er op dat er weliswaar vele boeken en naslagwerken over de tweede wereldoorlog zijn. Echter hebben die in hoofdzaak betrekking op politici dan wel hoog geplaatste militaire personages en diens beslissingen. Zelden wordt het verhaal van de eenvoudige boer, fabrieksarbeider, kantoorklerk verteld die deze beslissingen succesvol ten uitvoer te brengen had. Re-enactment draait om het leven, de beleving van deze eenvoudige mens onder moeilijke omstandigheden.
Geachte Mattheus,
hartelijk dank voor uw reactie. Wanneer ik u het idee heb gegeven dat ik tegen re-enactment ben, dan was dat niet mijn bedoeling. Ik distantieer mij van de kritiek van vele historici en ben het juist met u eens wanneer u zegt dat het een belangrijke educatieve functie heeft. En hoewel ik dat niet noem in mijn blogpost juich ik het ook toe dat er bij re-enactment aandacht is voor de geschiedenis van het dagelijks leven, en dat er tegenwicht wordt geboden aan ‘de geschiedenis van grote mannen’, omdat dat iets is wat ik ook in mijn eigen werk probeer te doen. Om geschiedenis onder de aandacht te brengen van een groter publiek, te onderwijzen én te inspireren is re-enactment in mijn optiek dan ook heel geschikt!