Heeft u het gezien of gehoord? Twee weken geleden onthulde het Fries Historisch en Letterkundig Centrum Tresoar een spectaculaire vondst. Het ging om niet eerder bekende brieven en foto’s van Margaretha Zelle uit de jaren 1903 en 1904, voordat zij de beroemde danseres Mata Hari werd. Zij zijn afkomstig uit de nalatenschap van Edward MacLeod, een neef van Rudolf MacLeod, de ex-echtgenoot van Margaretha Zelle.

Worth en Redfern

De brieven zouden een nieuw beeld van Mata Hari schetsen. Niet dat van een mannenverslindende courtisane, maar van een pas gescheiden vrouw die haar leven weer probeert op te pakken. Volgens het verslag van de NOS schrijft ze in de brieven haar mislukte huwelijk van zich af. Haar ex-echtgenoot zou haar hebben mishandeld, en haar dochter zou hebben geroepen: “sla mama niet.” Ook maakte zij in bedekte termen duidelijk dat zij en haar dochter door Rudolf MacLeod besmet waren met een geslachtsziekte.

Daarnaast zet Margaretha Zelle in deze periode haar eerste voorzichtige schreden op weg naar internationaal succes. Omdat haar ex de beloofde toelage niet betaalde vertrok zij naar Frankrijk. “En nu in een wanhoopsbui heb ik mijn laatste geld genomen en ben naar Parijs gegaan om eene betrekking te zoeken.” Zij probeerde er onder andere mannequin te worden, “omdat ik een erg goed figuur heb.” Volgens eigen zeggen kon Zelle bij Worth en Redfern aan de slag, wanneer er plaats kwam, “maar men kan geen ander voor mij wegzenden nietwaar?”[1]

De ware Mata Hari

Dat laatste vond ik erg interessant. Ik vroeg mij af of de brieven ook antwoord gaven op de vraag of Margaretha Zelle een baan als mannequin aangeboden kreeg door Hirsch. In zijn boek De ware Mata Hari uit 1931 schreef Charles S. Heymans namelijk het volgende:

Mevrouw Wolsink nam de verjaagde in haar huis, Leidse Kade 69, op, trachtte nog haar te redden, haar tegen te houden op het noodlottige, hellende vlak. Zij gaf haar de raad voorlopig een emplooi aan te nemen van mannequin, dat haar door de firma Hirsch werd aangeboden. Gretha zou vijf en twintig gulden per week verdienen voor vier uur per dag.[2]

Het aanbod van Hirsch zou zijn gedaan nadat Margaretha (Gretha) Zelle in 1902 haar man had verlaten. Het citaat wekte mijn interesse meteen. Ik kende het verhaal dat Mata Hari klant was bij Hirsch en schreef eerder al eens over de kleding die zij droeg op het portret dat Isaac Israëls van haar maakte. Ook wist ik dat de beroemde danseres zich na 1913 liet fotograferen door de in het Hirschgebouw gevestigde fotograaf Jacob Merkelbach. Dat er een relatie bestond tussen Mata Hari en Hirsch was dan ook duidelijk. Maar dat de danseres bijna mannequin was bij het modehuis? Dat was een gerucht dat ik nog niet eerder had gehoord. Snel bestelde ik de publicatie van de nieuwe brieven in de hoop daarin het antwoord te vinden.

Gebrouilleerd

Tussen de nieuwe brieven bevonden zich brieven van ‘mevrouw Wolsink’, oftewel Louise Jeanne Wolsink-MacLeod, de zus van John MacLeod. De brieven waren kort, zakelijk en niet erg vriendelijk van toon. Op haar beurt beschreef Zelle haar voormalige schoonzus in haar brieven op weinig positieve wijze:

In John’s conduitelijst staat ook “is onbetrouwbaar”, maar Louise is gemeener dan hij, en de lage streken die hij heeft gedaan zijn haar schuld, daar ben ik van overtuigd. Verleden jaar toen ik was weggelopen zette hij op aandringen van Louise voluit een advertentie in de dagbladen, van geen geld of goederen te geven aan mevrouw MacLeod, daar niets zou worden betaald (n.b.).[3]

Wat er precies is voorgevallen tussen de twee vrouwen is mij niet bekend, maar het is duidelijk dat zij gebrouilleerd zijn geraakt. Over de periode waarin Zelle bij Wolsink in huis woonde werd helaas met geen woord gerept, laat staan over een baanaanbod van Hirsch. Het onderzoek wordt vervolgd…

Meer weten?

Wil je meer weten over het Amsterdamse modehuis Hirsch & Cie? Lees dan mijn boek over de geschiedenis van dit modehuis, dat is verschenen bij Uitgeverij Verloren.

Bestel hier het boek ‘Hirsch & Cie Amsterdam (1882-1976)’

 

[1] Brief van M.G. MacLeod-Zelle aan E.D.H. MacLeod, Parijs, 16 november 1903 in: Lourens Oldersma, Denk niet dat ik slecht ben. Margaretha Zelle vóór Mata Hari / Don’t think that I’m bad. Margaretha Zelle before Mata Hari (Gorredijk en Leeuwarden 2016) 54.

[2] Charles S. Heymans, De  ware Mata Hari (2e druk : Maastricht 1952) 85-86.

[3] Brief van M.G. MacLeod-Zelle aan E.D.H. MacLeod, Parijs, 3 december 1903 in: Lourens Oldersma, Denk niet dat ik slecht ben. Margaretha Zelle vóór Mata Hari / Don’t think that I’m bad. Margaretha Zelle before Mata Hari (Gorredijk en Leeuwarden 2016) 84.

Share