Hoewel hij ook een portret maakte van Mata Hari (1876-1917), ging de interesse van Isaac Israëls (1865-1934) vooral uit naar gewone vrouwen. Dienstmeisjes, naaisters en mannequins portretteerde hij het liefst. Talloze schetsen, pasteltekeningen en schilderijen maakte hij van ze, en een aantal daarvan zijn nu te bewonderen tijdens de tentoonstelling ‘Hollands Impressionisme’ in het Singer Museum in Laren. Een portret van Ippy en Gertie, de ooit beroemde modellentweeling van Hirsch & Cie, vormt het middelpunt van de zaal die aan Israëls is gewijd.
Rond 1900 kreeg Isaac Israëls dankzij zijn collega Thérèse Schwartze (1851-1918) toestemming om bij Hirsch & Cie te werken. In de ateliers en paskamers maakte hij schetsen van mannequins en naaisters, die hij later uitwerkte in zijn atelier. Na een verblijf in Parijs, waar hij schetsen maakte bij modehuis Paquin, keerde hij tijdens de Eerste Wereldoorlog terug bij Hirsch. Tijdens de thé selects, zoals de modeshows bij Hirsch heetten, raakte hij in de ban van de tweelingzusjes Ippy en Gertie. Deze mannequins, die in werkelijkheid Helena en Geertruida Wehmann heetten, waren de topmodellen van hun tijd. Isaac Israëls maakte vele portretten van hen, zowel samen als alleen, in de voor hem kenmerkende impressionistische stijl.
Voor mijn onderzoek naar Hirsch & Cie zijn de schilderijen die Isaac Israëls bij Hirsch maakte van groot belang. Weliswaar valt dankzij het gebrek aan details niet veel te zeggen over de afgebeelde kleding, maar de schilderijen bevestigen wel de band tussen mode en kunst. Bovendien geven zij een prachtig inkijkje in de wereld achter de schermen van een modehuis rond 1910.
Dat ik nu eindelijk één van de door Israëls gemaakte portretten van Ippy en Gertie in het echt zag, nadat ik ze al vele malen in boeken had gezien, was dan ook een magisch moment.
