Afgelopen zaterdag vond in het Gemeentemuseum Den Haag de najaarsdag van de Nederlandse Kostuumvereniging plaats. De dag stond geheel in het teken van de tentoonstelling ‘Romantische mode. Mr. Darcy meets Eline Vere’, die nu in dat museum te zien is.

Als eerste sprak Madelief Hohé, conservator van het Gemeentemuseum, over de achtergronden van de tentoonstelling. Zij vertelde dat het tonen van de mode in de negentiende eeuw complex was. Niet alleen veranderde het silhouet continu, ook deden haute couture en warenhuizen hun intrede en kwam er steeds meer discussie over de gezondheidsrisico’s van onder andere korsetten en giftige verfstoffen. Daar kwam bij dat de tentoonstelling uitgebreid onderzoek vergde en dat de restauratie van de kledingstukken veel tijd kostte. Tentoonstellingen die zo tijdrovend zijn om te maken komen niet vaak voor. Het is dan ook uniek om nu zoveel kledingstukken uit de negentiende eeuw bij elkaar te kunnen zien.

'Romantische Mode. Mr. Darcy meets Eline Vere' in Gemeentemuseum Den Haag

Vervolgens vertelde restaurator Cesar Rodriguez over de moeilijkheden die hij tegenkwam bij het restaureren van de negentiende eeuwse kostuums voor de tentoonstelling. Giftige verfstoffen, kralen en stoffen die niet met elkaar waren te verenigen vormden een uitdaging. Dit is echter niet alleen een negentiende-eeuws probleem. Misschien vormen hedendaagse kledingstukken, zoals bijvoorbeeld de vleesjurk van Franc Fernandez voor Lady Gaga, een nog grotere uitdaging op het gebied van conservering en restauratie?

Ileen Montijn, co-auteur van de catalogus bij de tentoonstelling en bekend van de boeken Leven op stand en Hoog geboren, maakte duidelijk dat niet alleen de kleding, maar ook de omgangsvormen in de negentiende eeuw beknellend waren. Korsetten mochten dan oncomfortabel zijn, wie in de verkeerde japon op een feest verscheen voelde zich nog veel ongemakkelijker, aldus Montijn. Volgens haar paste het lichaam zich, net als nu, aan de mode aan en was het een culturele constructie, die vorm kreeg in textiel.

Arseengroene japon bij tentoonstelling Romantische mode in Gemeentemuseum Den Haag

Interessant was ook de laatste lezing over de toepassing van koperarseniet (een chemische verbinding tussen koper en arsenicum) in tarlatan, gehouden door Joost Mertens. Het blijft iedere keer schrikbarend te horen dat het gebruik van arsenicum bij het verven van stoffen gemeengoed was in de negentiende eeuw. Omdat de verfstof niet goed hechtte aan het tarlatan en de arsenicum tijdens het naaien en dansen vrij kwam, leverde dit gezondheidsrisico’s op voor zowel naaisters als draagsters. Hoewel er een discussie ontstond over het al dan niet verbieden van de verfstof bleven de vrouwen de giftige tarlatans dragen. Wie mooi wil zijn moet pijn lijden, leek hier het credo. Pas wanneer de mode veranderde of er nieuwe verfstoffen kwamen zou arsenicum verdwijnen uit de stoffen. Ook in de tentoonstelling ‘Romantische mode’ is een met arseengroen geverfde japon te bewonderen. De tentoonstellingsmakers durfden het echter niet aan de japon te restaureren en drapeerden hem daarom slechts over een divan.

Na de lezingen was het mogelijk om negentiende-eeuwse kledingstukken uit de collectie van het Gemeentemuseum ‘van binnen en buiten’ te bekijken. Wij mochten de kledingstukken uiteraard niet zelf aanraken en daarom gaven vrijwilligers die bij de kledingstukken stonden tekst en uitleg. Zo was het bijvoorbeeld mogelijk sieraden te bekijken waarin mensenhaar was verwerkt en werd uitgelegd hoe door middel van een ingenieus ‘ophaalsysteem’ een rok kond worden opgehaald. Nu konden we aspecten zien die in de tentoonstelling nooit getoond kunnen worden. Het was dan ook een prachtige aanvulling op de tentoonstelling.

Kleding van binnen bekijken tijdens najaarsdag Nederlandse Kostuumvereniging

Met dit alles in het achterhoofd konden wij tenslotte de tentoonstelling gaan bekijken. Dankzij de informatie die ik eerder op de dag had gehoord keek ik nog geconcentreerder naar de vele borduursels, pailetten, kleuren en stoffen. Er was echter zoveel te bewonderen dat er niet genoeg tijd was om alles zorgvuldig te bekijken. Ik moet dus binnenkort nog eens terug naar het Gemeentemuseum om het schoons uit de negentiende eeuw nog eens in alle rust te aanschouwen.

Share