Gisteren was het 97 jaar geleden dat Margaretha Geertruida Zelle, beter bekend als de exotische danseres Mata Hari in Frankrijk werd gefusilleerd, omdat zij was veroordeeld voor spionage. Een portret van haar, dat kunstenaars Isaac Israëls in 1916 van haar schilderde, hangt in Museum Kröller-Müller op de Hoge Veluwe.

Portret Mata Hari door Isaac Israëls, 1916
Isaac Israëls [Public domain], via Wikimedia Commons
In tegenstelling tot de vele portretten en foto’s waarop Mata Hari wulpse houdingen aanneemt en te zien is in weinig verhullende gewaden, beeldde Israëls haar recht van voren af, gekleed in een kuitlange zwarte mantel die was afgezet met zwart bont. Zelfverzekerd en enigszins uitdagend kijkt zij de toeschouwer aan. Haar voeten zijn gestoken in zwarte kousen en schoenen met een kleine hak, om haar rechterarm draagt zij een zwarte bontmof en op haar hoofd prijkt een kleine zwarte hoed, geheel naar de mode van die tijd.

Het is juist de kleding op het portret die mij intrigeert. Van Mata Hari weten we dat zij klant was bij Hirsch en ook Israëls kwam regelmatig bij het modehuis – niet alleen om daar de naaisters en mannequins te schilderen (waarover ik al eens schreef), maar ook om modeshows te bezoeken. Het is dus mogelijk dat de danseres en de kunstenaar elkaar bij Hirsch ontmoetten. En het zou ook kunnen dat de mantel, mof, kousen, schoenen of hoed afkomstig was van het modehuis.

Dankzij foto’s en portretten weten we hoe Mata Hari zich kleedde, maar over de herkomst van Mata Hari’s garderobe is echter nauwelijks iets bekend. Doordat haar inboedel in 1917 werd geveild zodat zij de proceskosten kon betalen zijn er nauwelijks spullen van haar bewaard gebleven. Slechts een paar persoonlijke plakboeken van Mata Hari zijn dankzij haar dienstmeisje Anna Lintjens en filmmaker en Mata Hari-kenner Sam Wagenaar overgeleverd en in het Fries Museum terecht gekomen.[1] Over de herkomst van Mata Hari’s garderobe vermeldden deze plakboeken helaas niets.

Krantenartikelen over de optredens van Mata Hari bieden meer informatie. Zo schreef een journalist van het Bataviaasch Nieuwsblad na Mata Hari’s debuut in 1905:

“Het was voor twee maanden ongeveer, dat in museum Guimet […] een jonge vrouw dansen uitvoerde. In een boedistisch decor, met als kledij, de echte antieke juweelen van het museum, danste zij, schiep ze […] oude legenden der boedistische landen, gaf zij den verrukten beschouwers de mysterieuze bekoring van de heilige sagen der Ganges-oevers.”[2]

Dit soort kleine brokjes informatie vormen echter slechts een tipje van de sluier. Of de kleding van Mata Hari op het portret van Isaac Israëls daadwerkelijk afkomstig was van Hirsch zal dan ook wel voor altijd een raadsel blijven…

 

[1] Marijke Huisman, Mata Hari (1876-1917): de levende legende (Hilversum 1998) 71.

[2] “Mata Hari” Bataviaasch Nieuwsblad, 27 juni 1905.

Share