Het gaat niet goed met textielfabrikant Vlisco uit Helmond. Hoewel het bedrijf vorig jaar nog het 170-jarig jubileum vierde leed het bedrijf de afgelopen jaren grote verliezen, vooral als gevolg van tegenvallende verkopen in Afrika. Daar heeft het bedrijf te maken met toenemende concurrentie van goedkope stoffenfabrikanten uit onder andere China. In 2015 en 2016 ontsloeg Vlisco al honderden werknemers. Afgelopen week werd bekend dat het bedrijf de lonen bevriest, wat betekent dat het personeel dit jaar geen salarisverhoging krijgt. Het nieuws stemt mij somber over de toekomst. Is dit het begin van het einde? En gaat er na Maison de Bonneterie en V&D weer een Nederlands bedrijf met een lange – en interessante! – historie ter ziele? Dat zou in mijn ogen zonde zijn.

Vlisco

Goedkope imitatiebatik

Het verhaal van Vlisco speelt zich af tegen de achtergrond van kolonialisme en globalisering. Het bedrijf laat de eigen geschiedenis beginnen in het jaar 1846. In dat jaar nam Pieter Fentener van Vlissingen de textieldrukkerij waarvan hij tot dan toe slechts compagnon was helemaal over. Onder zijn leiding kreeg het bedrijf de naam P. Fentener van Vlissingen & co. Vlisco wist op goedkope wijze Javaanse batik te imiteren, die het aanvankelijk verkocht in Nederlands-Indië.

Rond 1870 kreeg Vlisco het steeds moeilijker. Dat kwam onder andere door de uitvinding van de Tjap, een koperen stempel waarmee textiel sneller en goedkoper kon worden gedrukt. Daarnaast kwam in 1872 een einde aan de vrijstelling van invoerrechten voor Nederlandse producenten. Die moesten voortaan evenveel importbelasting betalen als andere landen, wat tot een prijsstijging leidde.

Als gevolg hiervan moesten Vlisco en andere textieldrukkers op zoek naar nieuwe afzetmarkten. Die wordt uiteindelijk gevonden in West-Afrika, waar al eerder batiks of sitsen waren geïntroduceerd. Aanvankelijk waren de stofontwerpen van de Nederlandse bedrijven nog gebaseerd op motieven uit Nederlands-Indië. Al snel past de Haarlemsche Katoenmaatschappij de ontwerpen aan voor de Afrikaanse markt, en andere bedrijven volgen.

Symbool van Afrikaanse mode

De Haarlemsche Katoenmaatschappij is tot de liquidatie in 1918 marktleider op het gebied van imitatiebatik of Real Dutch wax prints. Dat kwam niet alleen doordat het de ontwerpen aanpaste aan de Afrikaanse smaak, maar ook door de ontwikkeling van een nieuwe drukmachine. Daarmee kon de warme hars op beide zijden van de stof worden aangebracht door middel van walsen. Daarna werd de stof geverfd in een basiskleur, waarna een deel van de was werd verwijderd. Vervolgens werd met drukblokken een tweede kleur aangebracht. Tenslotte werd de resterende was verwijderd, en werd het levendige patroon van de stof zichtbaar. Deze vorm van drukken werd een groot succes en al snel namen Vlisco en andere bedrijven het proces over. Real Dutch wax prints werden het symbool van de West- en Centraal-Afrikaanse mode.

Dankzij de Beurskrach in 1929 en de economische crisis die daarop volgde gingen veel textieldrukkerijen failliet. Begin jaren dertig had Vlisco nog maar één concurrent over. Toch had ook het Helmondse bedrijf het zwaar. De belangrijkste reden daarvoor was dat de stoffen kwalitatief minder waren dan die van concurrent Ankersmit. Daarnaast waren de enigszins sombere kleuren van Vlisco minder geliefd bij de West-Afrikanen.

Vlisco Museum Arnhem

Om hier verandering in te brengen paste Vlisco het kleurenpalet aan aan de wensen van de klant. Bovendien opende het in 1931 een kleurenlaboratorium, waar onderzoek gedaan kon worden. Zo slaagde Vlisco erin om het drukken van de stoffen, dat tot dan toe met de hand werd gedaan, te mechaniseren. Ook werden kleuren ontwikkeld die langdurig bestand waren tegen licht en wassen. Hierdoor kon een hogere kwaliteit tegen een lagere prijs geleverd worden. Het gevolg was dat de verkoop spectaculair steeg en dat het imago van Vlisco verbeterde. Het bedrijf werd meer en meer geassocieerd met topkwaliteit en exclusiviteit.

Dubbele betekenis

Na de Tweede Wereldoorlog groeide het Afrikaanse zelfbewustzijn en werd traditionele kleding een symbool van antikolonialisme. Paradoxaal genoeg neemt de vraag naar koloniale, Europese waxprints echter niet af, maar neemt deze juist toe. Enerzijds kwam dit doordat Europese producten prestige gaven, anderzijds doordat de waxprints als authentiek Afrikaans cultuurgoed werden gezien.

De waxprints van Vlisco waren niet slechts Europese stoffen. Niet alleen werden de ontwerpen aangepast aan de Afrikaanse markt, ook werden zij eigen gemaakt door de lokale bevolking. De stoffen waren een manier om op directe of indirecte wijze te communiceren met elkaar. Zo werden er voor speciale gelegenheden, zoals herdenkingen of verkiezingen, stoffen gemaakt. Daarop werd bijvoorbeeld het portret van een politicus of staatshoofd afgebeeld. Met een dergelijke stof toonde de drager of draagster zich verwant met de afgebeelde gebeurtenis of persoon.

Ook op subtielere wijze werd door de lokale bevolking betekenis gegeven aan de stoffen. Dit gebeurde door er namen aan te geven die vaak op meerdere manieren waren te interpreteren. Zo lijkt ‘6 bougies’ op het eerste gezicht te suggereren dat de echtgenoot van de draagster een dure auto heeft. Maar het kan ook betekenen dat de draagster een sterke vrouw is, die maar liefst zes mannen aankan. Een ander voorbeeld vormt de stof ‘la famille’ of ‘happy family’, waarop een moederkloek te zien is die wordt omringd door kuikens, eieren en hanenkoppen. De moederkloek zou symbool kunnen staan voor de draagster en lijkt toegewijd te zijn aan haar gezin. Het feit dat de haan geen lichaam heeft kan echter ook betekenen dat de echtgenoot seksueel tekortschiet.

Niet de eerste crisis

Zoals u kon lezen is de huidige crisis die Vlisco doormaakt niet de eerste in de lange geschiedenis van het bedrijf. Keer op keer wist het dankzij innovaties en vindingrijkheid het hoofd echter boven water te houden. Ook nu probeert Vlisco door middel van nieuwe strategieën het tij te keren. Het bedrijf probeert zich sinds een aantal jaren als een exclusiviteit modemerk te profileren, met modeshows, collecties en flagshipstores. Daarnaast heeft het bedrijf de eigen verkooporganisaties in belangrijke Afrikaanse landen vergroot, is de logistiek verbeterd en de productie versneld. Tot nu toe heeft dit kennelijk weinig opgeleverd. Laten we hopen dat de nieuwste maatregelen de crisis alsnog bezweren. Ik vrees echter het ergste…

Meer weten en zien?

Bent u nieuwsgierig geworden? Tot en met 12 maart 2017 is in Museum Helmond de tentoonstelling ‘Vlisco 1:1 Un à Un’ te zien. Ook kunt u in de boeken Vlisco van Jos Arts en Vlisco fabrics van Roger Gerards meer lezen over de geschiedenis en de stoffen van het bedrijf. Op mijn Facebook-pagina heb ik foto’s geplaatst van de tentoonstelling ‘Six yards guaranteed Dutch design’, die in 2012 te zien was in Museum Arnhem.

Share